13 JUL. 2016

Je past je koolhydraten en insuline aan en toch krijg je een hypo tijdens of na het sporten: dat overkomt 7 van de 10 mensen met diabetes type 1, blijkt uit een Amerikaans onderzoek.

Sporten is heel gezond, zeker voor mensen met diabetes, omdat sporten het lichaam gevoeliger maakt voor insuline. Maar het kan ook de bloedsuikers flink aan het schommelen brengen. De angst voor hypo’s kan een drempel vormen om te gaan sporten.

Meer eten, minder insuline

Een Amerikaans onderzoeksteam legde vragen over sport voor aan 502 mensen met diabetes type 1. Het grootste deel van deze mensen past hun koolhydraatinname en hun insuline aan. Bijna 80% neemt extra koolhydraten van tevoren en 66% doet dit achteraf. Ruim de helft (54%) verlaagt de bolus van de maaltijd voor de inspanning en iets minder dan de helft (46%) doet dit erna. Sommige mensen zullen dus allebei doen.

Vaak alsnog hypo’s

Ondanks aanpassingen voor en na het sporten heeft 70% last van lage bloedsuikers. Gebruikers van een glucosesensor met of zonder pomp krijgen het vaakst te maken met hypo’s. De angst voor hypo’s kan hen ervan weerhouden om te gaan sporten. Toch hebben zij ook dankzij de technologie aan hun lichaam het meeste mogelijkheden om zich aan te passen aan de inspanning.

Individuele begeleiding

Volgens de onderzoekers zou het goed zijn als mensen met diabetes meer begeleiding krijgen bij het sporten. Met individuele aanpassingen zijn hypo’s waarschijnlijk beter te voorkomen. In de toekomst kan de kunstalvleesklier misschien de zorg voor diabetes tijdens het sporten verbeteren. De kunstalvleesklier past dan zelf de afgifte van insuline en glucagon aan tijdens het sporten, zoals bij mensen zonder diabetes ook gebeurt. Dat moet voorkomen dat je een hypo of juist een  hyper krijgt.

> Bekijk tips van een voormalig topsporter met diabetes