Foto Diabetes en de darmen - iemand op de wc Fotograaf AXL shutterstock

De rol van de darmen bij het ontstaan van diabetes is nog lang niet helemaal uitgeplozen. Stukje bij beetje ontdekken wetenschappers meer over het belang van een gezonde darmflora.

Darmbacteriën zijn nodig om voedsel goed te verteren en op te nemen. De darmflora ontwikkelt zich sterk in onze baby- en peutertijd. Maar ook daarna vestigen zich via voeding nieuwe bacteriën in de darm, nemen sommige bacteriën in aantal toe en nemen andere af. De samenstelling van je darmflora is uniek en vertelt veel over je gezondheid.

Afweer en darmflora van kinderen

Bij de meeste kinderen die voor de puberteit diabetes krijgen, zijn de eerste afweerstoffen al aanwezig voor het derde levensjaar. Die ontstaan dus in dezelfde tijd waarin de darmflora zich sterk ontwikkelt. Een gezonde ontwikkeling van de darmflora in de eerste jaren van ons leven is cruciaal om de afweer goed te laten werken. Dat zou voorkomen dat de afweer te sterk reageert.

Andere bacteriën bij diabetes

Mensen met diabetes type 1, type 2 of prediabetes hebben andere en minder verschillende soorten darmbacteriën dan gezonde mensen. Sommige bacteriën zijn te veel aanwezig, andere te weinig. Bij diabetes type 1 lijken het vooral bacteriën uit de groep Bacteroïdetes te zijn. Die kunnen zorgen voor sterke afweerreacties van het lichaam. Mensen met diabetes type 2 hebben waarschijnlijk over het algemeen te veel bacteriën in de darm.

Effect van verstoorde darmflora

Iemand met diabetes heeft vaak te weinig bacteriën die het belangrijke vetzuur butyraat maken. Dit vetzuur voorkomt een ‘lekke’ darm, waarbij ongewenste stoffen door de darmwand heen gaan. Bij diabetes type 1 zou een lekke darm de afweer in actie brengen. Bij diabetes type 2 zou een lekke darm het lichaam minder gevoelig maken voor insuline. Gunstige darmbacteriën helpen bij de aanmaak van darmhormonen, die een ‘lekke’ darm voorkomen.

Poeptransplantatie

Bij een poeptransplantatie wordt verdunde ontlasting  via een slangetje in de darm gebracht. Nieuwe bacteriën kunnen zich dan vestigen in de darm, zodat de darmflora weer beter in balans raakt. Nederlands onderzoek van Anne Vrieze laat zien dat poeptransplantatie van slanke mensen naar mensen met overgewicht en prediabetes het lichaam weer gevoeliger maakt voor insuline. Waarschijnlijk is het nog beter om specifieke bacteriën toe te dienen. Dat voorkomt ongewenste bijwerkingen. Er is meer onderzoek nodig om erachter te komen welke bacteriën het gunstigst zijn voor iemand met diabetes en of de transplantatie op de lange termijn ook effectief en veilig is. Onderzoek naar poeptransplantatie richt zich tot nu toe alleen op diabetes type 2.  

Coeliakie en diabetes

Screening op coeliakie (glutenintolerantie) bij kinderen met diabetes gebeurt steeds meer en met een goede reden. Coeliakie is net als diabetes type 1 een auto-immuunziekte. Bij coeliakie brengt het lichaam de afweer in actie bij het eten van gluten uit granen, zoals tarwe, gerst en rogge. Via de darm zouden beide aandoeningen aan elkaar gelinkt zijn.  Van alle mensen met diabetes type 1 heeft ongeveer 1 op de 20 ook coeliakie. Bij mensen zonder diabetes is dit minder dan 1 op de 100. Sommige wetenschappers denken dat kinderen met een verhoogde kans op diabetes misschien beter geen gluten kunnen eten. Dat zou het ontstaan van diabetes uitstellen. Maar zeker is dit nog niet.