Krachttraining verlaagt kans op metabool syndroom
Iedere week één tot zestig minuten krachttraining verlaagt de kans op het metabool syndroom met 29 procent. Dat laat onderzoek van het Radboud UMC zien.
De gezondheidseffecten van duurtraining zijn al veelvuldig onderzocht. Maar ook krachttraining heeft goede effecten, bijvoorbeeld op het metabool syndroom. Dit blijkt uit onderzoek van het Radboud UMC, waarbij ze 7.418 mensen van middelbare leeftijd een kleine 30 jaar lang lieten onderzoeken.
Iemand met het metabool syndroom heeft een aantal lichamelijke risicofactoren die de kans op ziekten zoals diabetes type 2 vergroten.
Richtlijn voor krachttraining
De kans op het krijgen van het metabool syndroom is 17% lager wanneer je voldoet aan de richtlijn voor krachttraining van twee of meer sessies per week. Nu blijkt dat minder krachttraining, één tot zestig minuten per week, zelfs zorgt voor 29% minder kans op het metabool syndroom.
Nieuw doktersadvies?
Hoe kan het dat minder krachttraining meer effect geeft? Onderzoeker Esmée Bakker zegt dat het effect van krachttraining nog weinig is onderzocht op dit gebied. Wat haar betreft zou een kleine hoeveelheid krachttraining in ieder geval een standaard doktersadvies mogen zijn om het metabool syndroom te voorkomen.
Deze effecten gelden alleen voor krachttraining, dus dit betekent niet dat we minder moeten gaan bewegen. Bewegen is gezond en verlaagt de kans op diabetes type 2. De huidige beweegnorm houdt in dat je ten minste 5 dagen per week minimaal 30 minuten beweegt.