Zwangerschapsdiabetes

Zwangerschapsdiabetes is een tijdelijke soort diabetes, die meteen over gaat na de bevalling. Bij zwangerschapsdiabetes hebben zowel de moeder als het kind in de toekomst een verhoogd risico op diabetes type 2.
Tijdens de zwangerschap reageert het lichaam tijdelijk minder goed op insuline, het hormoon dat de bloedsuiker regelt. Tijdens een normale zwangerschap maakt het lichaam extra insuline aan om de bloedsuiker goed te houden. Maar bij zwangerschapsdiabetes gebeurt dat niet (genoeg). Daardoor blijft er te veel suiker in het bloed zitten.
Gevaren van zwangerschapsdiabetes
Baby’s van moeders met zwangerschapsdiabetes zijn vaak te groot bij de geboorte, waardoor de bevalling moeilijker kan zijn. Na de geboorte kan de baby een te lage bloedsuiker krijgen, dit kan schadelijk zijn. Ook kan de baby geel worden, dit gaat meestal na een paar dagen vanzelf weer over. Het kind heeft minder kans op deze problemen wanneer de bloedsuiker van de moeder goed onder controle is tijdens de zwangerschap.
Later hebben zowel het kind als de moeder meer risico op diabetes type 2. Ook hebben vrouwen met zwangerschapsdiabetes na de zwangerschap meer risico op postnatale depressie.
Symptomen van zwangerschapsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes kun je opmerken doordat je veel dorst hebt, veel moet plassen, vermoeid bent of doordat je kind veel groter is dan normaal voor dat moment in de zwangerschap. Maar vaak merk je het niet.
Wie loopt meer risico op zwangerschapsdiabetes?
Je loopt meer risico op zwangerschapsdiabetes als:
- je al eerder zwangerschapsdiabetes hebt gehad
- je eerder een baby kreeg van meer dan 4500 gram
- je veel te zwaar bent (BMI 30 of meer), al voor de zwangerschap
- je een vader, moeder, broer of zus hebt met diabetes type 2
- je van Hindoestaanse, Arabische of Noord-Afrikaanse afkomst bent
- je bloedsuiker te hoog is, al in het begin van de zwangerschap
- je polycysteus-ovariumsyndroom (PCOS) hebt
Mogelijk loop je ook meer risico op zwangerschapsdiabetes wanneer je baby tijdens een eerdere zwangerschap in de baarmoeder is overleden.
Vrouwen met een extra risico op zwangerschapsdiabetes krijgen vaak een bloedonderzoek om te kijken of de bloedsuiker te hoog is. Dat gebeurt meestal tussen de 24ste en 28ste week van de zwangerschap. Heb je al eerder zwangerschapsdiabetes gehad, dan krijg je soms eerder een test (bij 16 tot 18 weken).
> Bekijk ook de cijfers over zwangerschapsdiabetes
Risico op zwangerschapsdiabetes verkleinen
Aan veel risicofactoren van zwangerschapsdiabetes kun je niets veranderen, zoals je afkomst en diabetes type 2 in de familie. Wat je wél kunt veranderen is je gewicht vóór de zwangerschap. Het is goed om een paar kilo af te vallen als je te zwaar bent. Een gezond gewicht voor de zwangerschap helpt namelijk om je risico op zwangerschapsdiabetes te verkleinen.
Ook helpt het om al vóór de zwangerschap gezond te eten en vaker te kiezen voor producten met een lage glykemische index. Dit zorgt voor minder bloedsuikerpieken en minder schommelende bloedsuikers. Kiezen voor 'langzame' koolhydraten helpt.
Behandeling van zwangerschapsdiabetes
Vrouwen met zwangerschapsdiabetes krijgen meestal het advies om de koolhydraten die ze eten meer over de dag te verdelen en suikerrijke producten te laten staan. Als de bloedsuikerspiegel toch te hoog blijft, moet je tijdelijk insuline spuiten. Na de bevalling verdwijnt de zwangerschapsdiabetes meestal binnen een dag.
Moeders van Morgen: Deel uw ervaring!
Soms is het nodig je zwangerschapsdiabetes te behandelen met insuline. Wil je eraan bijdragen om de veiligheid van geneesmiddelgebruik tijdens de zwangerschap te vergroten? Dit kun je doen door vragenlijsten in te vullen! Op www.moedersvanmorgen.nl vind je meer informatie.
Met zwangerschapsdiabetes later meer risico op diabetes!
Zowel moeder als kind hebben later meer kans op diabetes type 2. In de gratis brochure 'Diabetes voorkomen' lees je wat je kunt doen om de kans op diabetes type 2 te verkleinen.