Hoe meet ik mijn bloedsuiker?

Bloedsuiker heet officieel bloedglucose. Je meet het met een bloedglucosemeter, die je kunt kopen bij de apotheek of een webshop voor diabeteshulpmiddelen.
In de bloedglucosemeter stop je eerst een teststrip. Met een speciaal prikapparaatje prik je in je vinger, waarbij een druppel bloed vrij komt. Deze houd je tegen de teststrip aan. Na een paar seconden verschijnt op het schermpje van de bloedglucosemeter een getal in mmol/l. Dit getal geeft aan hoeveel glucose er in het bloed zit (de bloedglucosewaarde).
Handen wassen voordat je bloedsuiker meet
Was voor het bloedsuiker prikken eerst je handen met water en zeep, en spoel goed af. Want als je bijvoorbeeld eerst fruit hebt gesneden of gepeld, kan er nog suiker aan de huid zitten. De bloedsuikermeter geeft dan een veel te hoge uitslag. Zelfs afvegen met een alcoholdoekje is niet genoeg. Suiker gaat alleen weg door je handen te wassen. Zorg ook dat je handen goed droog zijn. Anders is je bloed verdund en krijg je juist een te lage uitslag.
Bloedsuiker prikken in de zijkant van de vingertop
Sommige mensen prikken ook wel in hun arm in plaats van de vingers, maar dat is minder betrouwbaar. Het is wel handig om een beetje aan de zijkant van de vingertoppen te prikken en niet iedere keer in dezelfde vinger. Vingertopjes zijn extra gevoelig. Na verloop van tijd kan de huid daar dikker worden en dat kan lastig zijn.
Wie moet zijn bloedsuiker meten?
Mensen die insuline gebruiken, moeten een paar keer per dag zelf hun bloedsuiker meten. Voor hen worden teststrips vergoed door de verzekeraar. Dat is helaas niet zo voor mensen die geen insuline gebruiken, maar wel diabetes hebben of een verhoogd risico om het te krijgen. Toch kan het voor hen ook verstandig zijn om af en toe de bloedsuiker te meten.