Medicijnen bij diabetes

Medicijnen voor diabetes zijn bijvoorbeeld tabletten. Die worden voorgeschreven aan mensen met diabetes type 2. Er zijn verschillende soorten van, die elk op een andere manier de bloedsuiker verlagen. We zetten de verschillende soorten medicijnen op een rij.
Als je diabetes type 2 hebt, krijg je vaak medicatie om je bloedsuiker te verlagen. Bijvoorbeeld medicijnen die het lichaam weer beter laten reageren op insuline. Er zijn ook medicijnen die ervoor zorgen dat de lever minder suiker (glucose) aanmaakt. Sinds een paar jaar zijn er ook middelen die via de darmen of de nieren invloed hebben op de bloedsuiker.
Soorten medicijnen
In dit lijstje staan de stofnamen van de soorten medicijnen. Dit zijn dus geen merknamen! Wil je weten welke stof er in jouw medicijn zit? Kijk in de bijsluiter of bekijk het medicijn op apotheek.nl.
Metformine
Bijvoorbeeld 'gewone' metformine of metformine met vertraagde afgifte. Metformine zorgt ervoor dat de lever minder bloedsuiker aanmaakt en dat de lichaamscellen gevoeliger worden voor insuline. Het heeft ook een goede invloed op de bloedvaten. Bijwerkingen kunnen misselijkheid, braken, diarree, buikpijn en verlies van eetlust zijn. Dit hangt wel af van de dosis. Ook lijkt het zo te zijn dat metformine met vertraagde afgifte minder maagdarm klachten geeft dan de ‘gewone’ metformine. Er lijkt bovendien een relatie te zijn tussen langdurig gebruik van metformine en vitamine B12-tekort. Lees meer over de werking van Metformine en de verschillende handelsnamen die hiervoor gebruikt worden.
Bij aanhoudend braken, diarree of overgeven is er een risico op uitdroging. Dan is het verstandig om tijdelijk te stoppen met metformine en een arts te raadplegen, vanwege het risico op lactaatacidose (een zeldzame bijwerking). Dit geldt met name voor mensen met een verminderde nierfunctie.
Sulfonylureumderivaten
Bijvoorbeeld tolbutamide, gliclazide, glimepiride en glibenclamide. Deze middelen zorgen ervoor dat de alvleesklier insuline afgeeft. Daardoor kunnen de lichaamscellen meer glucose uit het bloed halen en daalt de bloedsuikerspiegel. Een nadeel is een risico op hypo’s (te lage bloedsuiker), vooral bij gebruik van glibenclamide.
Thiazolidinedionen
Bijvoorbeeld pioglitazon. Deze middelen maken de lichaamscellen gevoeliger voor insuline, zodat de bloedsuiker beter kan worden opgenomen. In verband met een verhoogd risico op blaaskanker, botbreuken en hartfalen wordt dit middel niet meer geadviseerd in de huisartsen richtlijn (NHG).
Meglitiniden
Bijvoorbeeld repaglinide. Dit middel zorgt ervoor dat de alvleesklier insuline afgeeft. Ze werken heel kort en snel, dus precies voor de duur van een maaltijd. Dit middel wordt niet vaak voorgeschreven.
GLP-1-agonisten en DPP-4-remmers
Bijvoorbeeld linagliptine, sitagliptine, vildagliptine, saxagliptine (DPP4 remmers) en exenatide, dulaglutide, liraglutide, lixisenatide en semaglutide (GLP-1 agonisten). De DPP4 remmers zijn in tabletvorm in te nemen en remmen de afbraak van hormonen (o.a. GLP-1) die de darmen aanmaken in reactie op eten. Die hormonen geven na het eten een seintje aan de alvleesklier dat er meer insuline moet komen om de bloedsuikerspiegel te verlagen. Tegelijkertijd zorgen ze ervoor dat de lever minder bloedsuiker aanmaakt. De GLP-1 agonisten worden ingespoten als injectie in het onderhuids vetweefsel, dagelijks of wekelijks. De GLP-1 agonisten kunnen in het begin misselijkheidsklachten veroorzaken, afhankelijk van de hoogte van de dosering. Vaak gaan deze klachten voorbij. De GLP-1 agonisten worden pas vergoed bij een BMI> 30 kg/m2.
SGLT2-remmers
In Nederland zijn vier SGLT2-remmers op de markt: canagliflozine, dapagliflozine, empagliflozine en ertugliflozine. Deze medicijnen verlagen de bloedsuiker via werking op de nieren. Daardoor wordt glucose via de urine uitgescheiden. Ze zorgen daarnaast voor een afname in hart- en vaatproblemen. Ook lijken ze eiwitverlies via de urine tegen te gaan De medicijnen kunnen bijwerkingen geven als genitale infecties en – zelden – ketoacidose. Wees voorzichtig bij gebruik van deze middelen in combinatie met een koolhydraat beperkt dieet.
Wees ook voorzichtig bij een verhoogd risico op amputatie, zoals bij perifere vaatziekte of neuropathie. Routinematige voetzorg en voldoende vochtinname is dan erg belangrijk en de behandeling kan het beste gestaakt worden bij complicaties aan benen of voeten. Voorbeelden zijn een huidzweer, infectie, osteomyelitis of gangreen.
Als er sprake is van (risico op) uitdroging, zoals bij aanhoudend braken, diarree of overgeven, is het verstandig om de SGLT-2 remmers tijdelijk te staken en contact op te nemen met de voorschrijvend arts. Deze middelen kunnen de uitdroging namelijk verergeren. Dit geldt vooral voor mensen met een verminderde nierfunctie.
Combinatiepillen
Sommige pillen zijn een combinatie van metformine en een ander geneesmiddel. Bijvoorbeeld: metformine/sitagliptine, metformine/vildagliptine, metformine/linagliptine, metformine/dapagliflozine, metformine/empagliflozine en metformine/ertugliflozine.
Andere medicijnen bij diabetes type 2
Naast bloedsuikerverlagende medicijnen slikken veel mensen met diabetes ook middelen voor hun bloeddruk en cholesterol, zoals atorvastatine en simvastatine.
Naast medicijnen ook genoeg bewegen en gezond eten
Voor een goede behandeling zijn genoeg bewegen en gezond eten overigens minstens even belangrijk!