Athero­sclerose

Als er te veel vetdeeltjes in je bloed zitten, kunnen ze blijven plakken aan de binnenkant van je grote bloedvaten. Cholesterol is een vet dat kan blijven plakken. De deeltjes die vastplakken noemen we plaques. Er blijft steeds meer aan plakken. Je bloedvaten worden steeds smaller en raken vernauwd. Dit heet dichtslibben.

Minder bloed door de vaten

Als je vaten dichtslibben, kan er minder bloed doorheen stromen. Sommige delen van je lichaam en bepaalde organen krijgen hierdoor te weinig zuurstof. Bijvoorbeeld je hart of hersenen.

Aderverkalking

Atherosclerose wordt ook wel aderverkalking genoemd. Dit woord klopt niet helemaal. Bij atherosclerose gaat het om slagaders. En in het begin heeft kalk, of calcium, er niets mee te maken. Pas later kunnen plaques calcium opnemen. Hierdoor wordt de wand van je bloedvaten harder.

Gevaren van atherosclerose

Atherosclerose kan gevaarlijk zijn. De gevolgen zijn afhankelijk van de plek in je lichaam waar het ontstaat. Als je bloedvaten vernauwen, kun je een hartaanval of beroerte krijgen. Er komt te weinig bloed met zuurstof bij je hart of je hersenen.

Atherosclerose in je benen

Het kan ook gebeuren met je benen. Die kunnen pijn doen als je loopt of beweegt. Dat heet ook wel: etalagebenen. Die naam is ontstaan omdat de pijn vaak zakt als je stilstaat. Bijvoorbeeld als je stilstaat voor een etalage.

Klachten van atherosclerose

In het begin merk je niets van atherosclerose. Je krijgt pas klachten als er steeds minder bloed door je bloedvaten kan stromen. Je krijgt bijvoorbeeld pijn in je benen of pijn op de borst. Dit heet ook wel angina pectoris.

Diabetes en atherosclerose

Diabetes kan atherosclerose veroorzaken. Maar het kan aderverkalking ook versnellen of versterken. Je lichaam heeft meer moeite om schade aan de bloedvaten te herstellen. Juist op plekken waar de wand van een bloedvat beschadigd is, kunnen vetdeeltjes blijven plakken. Zo kan een plaque in het bloedvat ontstaan.

Behandeling van atherosclerose

Als je atherosclerose hebt, krijg je meestal medicijnen. Deze verlagen het cholesterol in het bloed. Of je krijgt bloedverdunners. Deze maken het bloed dunner, zodat het makkelijker door vernauwde vaten stroomt.

Operaties bij atherosclerose

Als de vaten te smal worden, kun je soms geopereerd worden. Dit zijn operaties waarbij de bloedvaten ontstopt worden. Dit heet dotteren. Een arts kan ook een omleiding maken om een vernauwde plek. Dit heet een bypass.

Verklein de kans op atherosclerose

Je kunt zelf veel doen om de kans op atherosclerose te verkleinen. Dit helpt:

• niet roken
• weinig verzadigd vet eten
• genoeg bewegen
• op je gewicht letten