Je hebt de kennistest over erfelijke diabetes afgerond. Hier lees je meer over de kenmerken van de verschillende erfelijke vormen van diabetes. Herken je jezelf in deze kenmerken? Ga dan in gesprek met je zorgverlener. 

Maar een klein deel van de mensen met een erfelijke vorm van diabetes krijgt een goede diagnose. Het is belangrijk dat je weet welke vorm van diabetes je hebt, zodat je een behandeling krijgt dat bij je past. Mogelijk hebben andere familieleden ook een erfelijke vorm van diabetes.

Kenmerken erfelijke vormen van diabetes 

Hieronder staan kenmerken die meer kunnen passen bij een erfelijke vorm van diabetes dan bij diabetes type 1, 2 of zwangerschapsdiabetes. Heb je meerdere kenmerken? Dan heb je misschien een erfelijke vorm van diabetes. 

Huidige diagnose

  • Je bent niet te zwaar (BMI lager dan 25).
  • Je kreeg de diagnose diabetes type 2 toen je jonger dan 35 jaar was. 
  • Je hebt meerdere familieleden met diabetes waarbij de diagnose diabetes ook op jongere leeftijd werd gesteld (voor het 35ste levensjaar). Ook zijn er familieleden met diabetes zonder overgewicht.  
    Diabetes type 2 komt ook vaak voor in families, maar dan waren de meeste familieleden ouder dan 35 jaar toen ze de diagnose kregen.
  • Jij en je voorouders komen uit Europa, Noord-Amerika of Australië.

Je kunt ook denken aan sommige vormen van erfelijke diabetes bij deze kenmerken: 

  • Je kreeg (tijdelijk) diabetes op heel jonge leeftijd. Meestal in de eerste 6 maanden van je leven. Hiervoor werd je behandeld met insuline. Dit is een kenmerk van neonatale diabetes
  • Jij en je moeder hebben naast diabetes vanaf jonge leeftijd te maken met gehoorverlies aan beide oren. Dit ontstaat meestal rond het 40ste levensjaar. Dit is een kenmerk van MIDD
  • Je hebt naast diabetes ook andere afwijkingen die je vanaf je geboorte hebt, bijvoorbeeld aan je nieren en urinewegen. Dit is een kenmerk van MODY 5

  • Je hebt meerdere familieleden met diabetes waarbij de diagnose diabetes op jongere leeftijd werd gesteld (voor het 35ste levensjaar). 
  • Je hebt nog nooit ketoacidose (verzuring van je bloed) gehad.
  • Er zijn geen afweerstoffen gevonden in je bloed, toen je de diagnose diabetes type 1 kreeg.
  • Je lichaam maakt 3 jaar na de diagnose diabetes type 1 zelf nog steeds insuline aan.
    Je arts kan dit meten met een C-peptide meting.

Je kunt ook denken aan sommige vormen van erfelijke diabetes bij deze kenmerken: 

  • Je kreeg (tijdelijk) diabetes op heel jonge leeftijd. Meestal in de eerste 6 maanden van je leven. Hiervoor werd je behandeld met insuline. Dit is een kenmerk van neonatale diabetes.
  • Jij en je moeder hebben naast diabetes vanaf jonge leeftijd te maken met gehoorverlies aan beide oren. Dit ontstaat meestal rond het 40ste levensjaar. Dit is een kenmerk van MIDD.
  • Je hebt naast diabetes ook andere afwijkingen die je vanaf je geboorte hebt, bijvoorbeeld aan je nieren en urinewegen. Dit is bijvoorbeeld een kenmerk van MODY 5.

  • Je bent niet te zwaar (BMI lager dan 25).
  • Je hebt na de zwangerschap nog steeds een verhoogde bloedsuiker. 
  • Jij en je voorouders komen uit Europa, Noord-Amerika of Australië. 
  • Je nuchtere bloedsuiker is altijd hoger dan 5,4 mmol/l. Dit past bij MODY 2.