Afweer bijsturen met immuun­therapie

De behandelingen worden steeds beter, maar het Diabetes Fonds wil meer: diabetes type 1 genezen of op zijn minst stopzetten. Hier lees je de stand van zaken rond onderzoek naar manieren om het afweersysteem aan te passen.

Genezing van diabetes type 1 moet komen van een behandeling die iets doet met het afweersysteem: immuuntherapie. Diabetes type 1 is immers een auto-immuunziekte, het afweersysteem keert zich tegen je bètacellen, die insuline maken.

Zo werkt immuuntherapie

De bad guys bij diabetes type 1 zijn de T-effectorcellen: overijverige afweercellen die hun werk iets te serieus nemen en ook de bètacellen aanvallen.

Daarbij lopen ze de good guys onder de voet: de T-regcellen die een kalmerende invloed hebben op de aanvallers. Normaal gesproken houden die twee elkaar in balans, maar bij diabetes type 1 zijn de aanvallers de baas geworden.

Onderzoekers willen daarom een therapie ontwikkelen die de aanvallende T-effectorcellen tegenhoudt, of juist de kalmerende T-regcellen een duwtje in de rug geeft. Een voorwaarde is dat de rest van het afweersysteem goed blijft werken.

Tijdelijk of veel te zwaar

De afgelopen jaren zijn al verschillende soorten immuuntherapie voorzichtig getest bij mensen, maar ze werken maar tijdelijk. Zoals therapieën op basis van de stoffen cyclosporine A, Abatacept en Anti-CD 20 (rituximab).

Eén behandeling werkte wel maar is veel te zwaar: in Brazilië kregen patiënten een (eigen) beenmergtransplantatie nadat hun afweer compleet was gewist met een chemokuur. Een deel van hen genas, in ieder geval tijdelijk. Maar de bijwerkingen waren zo ernstig - kans op overlijden en op kanker - dat niemand dat meer aandurft.

Kort of al langer diabetes?

De onderzoeken die nu lopen, richten zich vooral op mensen die pas enkele maanden diabetes type 1 hebben. Maar mogelijk werken de therapieën ook bij mensen die het al langer hebben. Want onlangs is aangetoond dat veel mensen met diabetes type 1 toch nog ‘slapende’ bètacellen hebben.

De afweerreactie stopzetten biedt ook betere kansen voor eilandjestransplantatie. En sowieso is het zinvol wanneer je zelf nog een beetje eigen insuline maakt, want dat betekent een betere regulatie en minder hypo’s, en dus minder kans op complicaties.

Lopende onderzoeken

Wijzer geworden door alles wat minder goed werkt dan gehoopt, werken wetenschappers internationaal stug door aan het ontwikkelen van immuuntherapieën. De meestbelovende stofjes en therapieën zie je hier kort op een rij:

  • Diamyd (GAD-65, in Zweden): vaccinatie die de afweerreactie remt. Verschillende onderzoeken lopen, in aangepaste vorm na tegenvallende resultaten in een eerder groter onderzoek.
  • BCG (vaccin tegen tuberculose, in VS): voorkwam in een eerste test een verdere aanval op de bètacellen. Sterker nog, de alvleesklier herstelde zich! Onderzoekers willen eerst testen met een groter aantal proefpersonen voordat ze gaan juichen.
  • Alefacept (anti-CD2, in VS): zorgde ervoor dat mensen zelf wat insuline bleven maken. De goede afweercellen namen toe, de slechte namen af. De onderzoekers bekijken nu de effecten na 24 maanden. Veelbelovend, want er zijn ook geen grote bijwerkingen.
  • Tocilizumab (IL-2, in VS): in een eerste veiligheidstest waren er weinig bijwerkingen. Binnenkort testen de onderzoekers met meer mensen of tocilizumab ook echt de afweerreactie kan remmen.
  • Teplizimab en otelixizumab (anti-CD3, in VS): stimuleert de ‘goede’ T-regcellen. Na 3 tot 4 jaar stopte de afweerreactie. Hoopgevend, maar de proefpersonen kregen wel pfeifferachtige klachten ...
  • Gentherapie (in Nederland en VS): mensen kregen injecties met een bepaald gen (DNA). Hun afweersysteem liet de bètacellen met rust en beschermde ze zelfs! De mensen gingen ook wat insuline aanmaken. En dat allemaal zonder bijwerkingen. Maar de studiegroep was klein, dus dit moet eerst worden onderzocht bij een grotere groep.
  • Vitamine D3 (in Nederland): Bart Roep bereidt een onderzoek voor naar het bijsturen van het afweersysteem via celtherapie, die juist eruit springt vanwege de eenvoud. We houden je op de hoogte.

Diabetes bij iedereen anders

De genoemde studies met immuuntherapie zijn allemaal nog in een testfase met weinig mensen. Maar eerdere resultaten van andere onderzoeken konden tot nu toe nog niet (volledig) worden herhaald in onderzoek met een grotere groep. Hoe vergroten we de kans van slagen?

Het is belangrijk om rekening te houden met het feit dat de ziekte verschilt per persoon, er zijn subklassen van type 1. En mensen verschillen zelf ook onderling, geslacht, leeftijd en herkomst. Daarom is het zo belangrijk, waarmee we die verschillen willen opsporen.

Combinatietherapie

Naar verwachting moeten we ook toe naar combinatietherapieën, die de goede cellen van het afweersysteem stimuleren en de slechte afremmen. Combinatietherapieën kosten meer tijd om te onderzoeken, omdat de onderdelen eerst afzonderlijk moeten worden getest op veiligheid.

Een eerste studie loopt nu, om precies te zijn naar een combinatie van anti-thymocyte globulin (ATG) en pegylated granylocyte CSF (G-CSF). De proefpersonen hadden 4 tot 24 maanden diabetes type 1, langer dan normaal in dit soort studies. Na een jaar bleven de bètacellen van 9 van de 16 proefpersonen nog insuline maken.

De nabije toekomst?

Het lijkt er inmiddels echt op dat diabetes type 1 in principe genezen kan worden, zoals het rigoureuze onderzoek in Brazilië bewijst. Alleen nu helaas nog met levensgevaarlijke en onaanvaardbare risico’s.

Wat kunnen we verwachten de komende 5 tot 10 jaar? Dat er grote stappen worden gezet, dat er steeds meer en gerichtere onderzoeken komen en ook manieren om bij mensen zichtbaar te maken of en hoeveel slapende bètacellen ze nog hebben.

Hoop en teleurstelling

Het besef dat genezing nu echt binnen handbereik ligt, geeft hoop. Maar dat gaat onvermijdelijk ook samen met de nodige teleurstellingen. Want onderzoek blijft vallen en opstaan. En ook al zit het onderzoek naar genezing in een ongekende stroomversnelling, van diabetes wil je het liefst morgen genezen!

Iedereen vrij van diabetes, daar geef je voor

Maak meer onderzoek mogelijk naar de genezing.

Maak meer onderzoek mogelijk naar de genezing.