Steeds betere alvleeskliertransplantatie
Alvleeskliertransplantatie is al jaren een goede behandeling voor diabetes, maar ook een zware. Op het moment dat je een nieuw orgaan krijgt, moet dit in een zo goed mogelijke conditie zijn. Onderzoekers proberen de transplantatie steeds verder te verbeteren.
Bij een alvleeskliertransplantatie krijg je een hele nieuwe alvleesklier van een donor. Dit is een oplossing voor mensen met diabetes die hun bloedsuikers heel moeilijk onder controle krijgen. En vaak hebben deze mensen ook al complicaties.
In 2015 kwamen in Nederland 35 alvleesklieren van donoren beschikbaar. Een deel daarvan wordt in zijn geheel getransplanteerd, uit een ander deel worden alleen de eilandjes van Langerhans gehaald. Als je een nieuwe alvleesklier nodig hebt, kom je eerst op een wachtlijst.
Schade voorkomen
Hoe verbeter je de transplantatie van een orgaan? Een belangrijk punt is schade voorkomen. Hoe beter het orgaan, hoe beter het gaat werken in het lichaam van de ontvanger. Een transplantatie moet daarom snel gaan. En tijdens de transplantatie moet het orgaan zo goed mogelijk ‘geholpen’ worden om in conditie te blijven.
In de tijd dat het orgaan buiten het lichaam zit, mist het verse zuurstof en voedingstoffen uit bloed. Afvalstoffen kunnen niet weg. Cellen lopen daardoor al snel schade op. Koud bewaren helpt redelijk goed tegen schade. Die methode bestaat al tientallen jaren. Engelse en Australische onderzoekers beschreven vorig jaar de ontwikkelingen op het gebied van alvleeskliertransplantatie. Volgens hen is de methode van koud bewaren niet meer verder te verbeteren.
Alvleesklier aan slangetjes
Onderzoekers wereldwijd kijken daarom verder naar een betere methode. Ze onderzoeken een 'alvleeskliermachine', waarbij de alvleesklier aan slangetjes zit. Via de slangen krijgt het orgaan zuurstof en voeding en blijven de bloedvaten beter intact. Ook kun je veel beter meten hoe vitaal het orgaan is.
Als dat nodig is, kan de alvleesklier in de machine medicijnen krijgen. Sommige organen zijn van tevoren namelijk al in minder goede conditie. Die waren tot voor kort niet geschikt voor transplantatie. Dat verandert als je zulke organen zou kunnen ‘oplappen’. Dan kun je ze misschien toch met succes transplanteren.
Mogelijk meer insuline dankzij machine
De machine is nog niet in gebruik voor alvleesklieren, wel voor nieren, hart en longen. Onderzoekers proberen de machine zo te maken dat hij geschikt is voor een alvleesklier. Dat is behoorlijk ingewikkeld. De resultaten zijn nog wisselend, schrijven de Engelse en Australische wetenschappers. Maar volgens ten minste één studie maakt een alvleesklier na machineperfusie meer insuline aan dan na koud bewaren. Dit moet nog worden bevestigd in andere studies.
Ook Nederlandse onderzoekers van het UMC Groningen proberen uit te zoeken of de alvleeskliermachine een verbetering is. Ze hebben al aangetoond dat de alvleesklier een grotere voorraad energie heeft na 6 uur in de machine dan na 6 uur koud bewaren. De alvleesklier uit de machine is dus in betere conditie.
In perspectief
Met een alvleeskliermachine kan een alvleesklier waarschijnlijk beter worden bewaard voor transplantatie. Dat geeft meer kans op succes. En er komen misschien zelfs meer organen beschikbaar voor transplantatie. Mensen die wachten op een nieuwe alvleesklier zijn dan eerder aan de beurt.