Helft van de Nederlanders is te dik
Het aantal Nederlanders met overgewicht blijft toenemen. Ruim de helft van de mensen is te zwaar. Bij mannen is dat 60 procent en bij vrouwen 44 procent. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Nederland de maat genomen’ van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Buikomvang
Bij mannen komt abdominale obesitas, oftewel een te grote buikomvang, bij 27 procent voor. Het gaat dan om een buikomvang van 102 centimeter of meer. Bij vrouwen is dat 39 procent, met een buikomvang van minimaal 88 centimeter.
Het grootste verschil met het vorige onderzoek van het RIVM, zo'n 15 jaar geleden, is dat vrouwen tussen de 30 en 39 jaar de afgelopen jaren fors zwaarder zijn geworden: midden jaren '90 had 15 procent van die vrouwen een forse buikomtrek, momenteel is dat ruim een kwart. Voor dit onderzoek is in 2010 in een steekproef bijna 4000 mensen tussen de 30 en 70 jaar onderzocht.
Diabetes als risicofactor
De onderzoekers hebben ook gekeken naar het het zogenoemde metabool syndroom. Hiervan is sprake bij ongunstige niveaus van minimaal drie van de volgende risicofactoren: buikomvang, bloeddruk, HDL-cholesterol, triglyceriden en glucose in het bloed. In de onderzochte leeftijdsgroep komt dit bij 34% van de mannen voor en bij 24 % van de vrouwen. Het metabool syndroom verhoogt het risico op diabetes type 2 en hart- en vaatziekten.
Gebrek aan bewustzijn
Diabetes komt voor bij 6 procent van de mannen en 5 procent van de vrouwen van 30-70 jaar. Een kwart van de mensen bij wie diabetes werd vastgesteld, wist nog niet dat ze dat hadden. En het neemt toe met de leeftijd. Van de 60-70 jarigen had 14 procent van de mannen en 11 procent van de vrouwen diabetes.
Bert Kuipers, directeur van het Diabetes Fonds: “Het is zorgelijk dat zo veel mensen overgewicht en een grote buikomtrek hebben. En dat ruim een kwart van de onderzochte mensen het metabool syndroom heeft. Dit zijn allemaal risicofactoren van diabetes type 2. Wij als Diabetes Fonds blijven het herhalen: preventie van diabetes type 2 door meer te gaan bewegen en gezonder te gaan eten is van groot belang.”